zaterdag 16 juli 2011

Uitgeverij Prometheus moet onjuistheden boek Lakeman corrigeren

Schrijfster Marja Bontekoe en uitgeverij Prometheus moeten onjuistheden corrigeren in het vorig jaar verschenen boek De Dossiers Lakeman over Pieter Lakeman, zo heeft de rechtbank afgelopen week bepaald. Het boek hoeft niet uit de handel genomen te worden. Wel moet een inlegvel worden aangebracht.
Vorig jaar al mocht Bontekoe op last van de rechter Lakeman al geen bedrieger meer noemen. Bontekoe moet haar bewering rectificeren op haar eigen website en in een persbericht aan de redactie van NOVA. Ook moest ze de proceskosten betalen.
Bontekoe heeft korte tijd gewerkt voor Lakeman, maar vertrok met ruzie. Najaar 2010 benaderde ze diverse uitgevers met het plan voor een boek. Daarin stelt zij onder meer dat Lakeman alle civiele procedures nog geen 10% heeft gewonnen.
De rechtbank concludeert dat 'op niet-ondergeschikte wijze door een ex-medewerkster van Lakeman in het boek als vaststaand feit wordt geponeerd dat Lakeman minder dan 10% van zijn civiele zaken voor klanten heeft gewonnen, hetgeen voor onjuist moet worden gehouden, terwijl daaruit door het publiek de conclusie wordt getrokken dat Lakeman's werkzaamheden over een periode van een groot aantal jaren buitengewoon onsuccesvol zijn geweest. De betreffende uitlating in het boek vindt geen steun in en wordt niet gerechtvaardigd door het destijds beschikbare feitenmateriaal. Tegen die achtergrond bezien wordt geoordeeld dat met deze voor Lakeman negatieve uitlating zijn geloofwaardigheid, integriteit en reputatie, en daarmee zijn eer en goede naam op onrechtmatige wijze wordt aangetast.'
Van de 7000 gedrukte exemplaren van het boek van Bontekoe zijn er 3000 onverkocht retour ontvangen.

woensdag 13 juli 2011

'Rechtbank onderzoekt rol Nederlandse bank niet'

De Nederlandse Bank heeft recht op € 3,5 miljard uit de boedel van DSB. Dit heeft de rechtbank Amsterdam vandaag bepaald in een procedure die DNB tegen de stichting Hypotheekleed en de Stichting Centralebankclaim had aangespannen. Beide stichtingen hadden de vordering van De Nederlandse Bank, tijdens de crediteurenvergadering van 10 december 2010, voor een bedrag van € 1,3 miljard bestreden omdat zij van mening zijn dat  De Nederlandse Bank door haar falen als toezichthouder schadeplichtig was jegens DSB. De rechtbank heeft beslist dat het recht de vordering van DNB te betwisten slechts aan curatoren toekomt en niet aan individuele schuldeisers. Curatoren hadden tijdens de crediteurenvergadering echter geen kritiek op het De Nederlandse Bank naar voren gebracht.
Door de beslissing van de Amsterdamse rechtbank wordt het falen van De Nederlandse Bank voorlopig niet door een rechter onderzocht, stelt Pieter Lakeman. Hypotheekleed en Centralebankclaim verwachten niet dat curatoren dit falen aan de orde zullen stellen. Beide stichtingen betreuren de uitspraak en beraden zich over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij het Amsterdams Gerechtshof.

donderdag 7 juli 2011

Ondanks succes procedeert Hypotheekleed door

Het door Stichting Hypotheekleed bewerkstelligde faillissement van DSB-bank pakt goed uit voor DSB-klanten. Het aanvankelijk door Dirk Scheringa gedane bod van 26 miljoen euro is door curatoren verhoogd tot 350 miljoen waarvan 250 miljoen vergoeding voor koopsompolissen. Curatoren willen deze vergoeding echter koppelen aan de Wabeke-regeling voor woekerpolissen. Door deze eis is het overleg met curatoren vastgelopen. De stichting bereidt nieuwe juridische stappen tegen curatoren voor.
Voorzitter Pieter Lakeman van Hypotheekleed heeft altijd betoogd dat een faillissement van DSB nodig was om te voorkomen dat Dirk Scheringa zijn benadeelde klanten met een fooi zou afschepen: "Wij hebben sinds 1 oktober 2009 consequent gesteld dat met Scheringa geen zaken viel te doen en met de curatoren wél. Die stelling is juist gebleken. Dat er nu een bod van in totaal zo'n 350 miljoen euro op tafel ligt in plaats van de schamele 26 miljoen euro die Scheringa bood is veelzeggend." Het bedrag van 350 miljoen euro heeft niet alleen betrekking op koopsompolissen,maar ook op de aandelenconstructies Hollands Welvaren Select en Hollands Welvaren en op klanten met een restschuld.
In vergelijking met andere geruchtmakende massaclaims (o.a. Ahold) waarbij de schadevergoeding slechts enkele procenten bedroeg, is er nu volgens Hypotheekleed sprake van een groot succes.
Pogingen om met curatoren ook tot afspraken te komen over vergoeding van de meer dan 150.000 door DSB verkochte woekerpolissen zijn gestrand. Lakeman: "DSB Bank heeft haar zorgplicht geschonden door woekerpolissen te adviseren, terwijl zij wist dat die een mathematische verliesverwachting hadden. DSB Bank zelf ontving per polis bijna 2000 euro van SNS REAAL. Er is in totaal voor meer dan 400 miljoen euro schade veroorzaakt. Ook daar willen wij een aanvaardbare regeling voor. Curatoren verwijzen ons echter naar SNS REAAL en weigeren de verantwoordelijkheid van DSB Bank te erkennen. Curatoren willen geen voortrekker zijn bij het erkennen van bancaire aansprakelijkheid voor woekerpolissen."
Volgens Hypotheekleed is er na lang en intensief onderhandelen nog steeds sprake van een patstelling over de woekerpolissen en heeft het geen zin meer om verder te praten. Lakeman: "Wij hebben curatoren meegedeeld het overleg te staken. Hypotheekleed wil na de zomervakantie met een nieuwe collectieve rechtszaak door de rechter vast laten stellen dat de adviserende bank aansprakelijk is voor schade door woekerpolissen. Ook alle andere 6 miljoen slachtoffers van woekerpolissen moeten eindelijk eens geholpen worden met een rechterlijke uitspraak."
Alle donateurs van Hypotheekleed en alle andere klanten van DSB Bank kunnen straks kiezen: het aanbod van curatoren accepteren of te zijner tijd met de Stichting mee procederen voor een substantieel hoger schadebedrag.
Er lopen al twee procedures van de stichting bij de rechtbank in Amsterdam. Eén tegen de Nederlandsche Bank met als doel 1,3 miljard euro in de DSB-boedel te houden. En één tegen curatoren om een vonnis te krijgen dat alle DSB-klanten die met curatoren tot overeenstemming komen ook recht hebben op vergoeding

vrijdag 1 juli 2011

Aangifte Scheringa tegen DNB geseponeerd

Het Openbaar Ministerie (OM) Amsterdam heeft de aangifte van Dirk Scheringa, voormalig bestuursvoorzitter van de DSB Bank, tegen De Nederlandsche Bank (DNB) en haar directie geseponeerd. Volgens het OM hebben DNB en haar directie niet opzettelijk hun geheimhoudingsplicht geschonden.
De officier van justitie te Amsterdam is tot deze conclusie gekomen na beoordeling van de aangifte van Scheringa en bestudering van het Rijksrechercheonderzoek naar lekken van informatie naar de pers door DNB en het onderzoeksrapport van de commissie Scheltema naar de ondergang van de DSB.
Scheringa deed in oktober 2010 aangifte tegen DNB en haar directie wegens schending van hun geheimhoudingsplicht. Volgens de heer Scheringa hebben DNB en haar directie de toewijzing van een noodregeling, waardoor DBS Bank onder bewindvoering van DNB kwam te staan, zelf in de hand gewerkt. Door de aangevraagde noodregeling voor de DSB bank naar de pers te lekken zou een "run op de bank" zijn ontstaan. Dit leidde volgens de heer Scheringa tot een exponentiële uitstroom van spaargelden waardoor de toewijzing van de noodregeling door de rechtbank onvermijdelijk werd.
Volgens de officier van justitie heeft een noodregeling voor een hier gevestigde belangrijke bank een grote impact op het financieel economisch bestel van Nederland. Vooral als die bank voor een groot aantal klanten bancaire zaken behartigt. Het instellen van de noodregeling betekent namelijk dat rekeninghouders in beginsel niet langer over hun eigen betaalrekening kunnen beschikken. Bovendien gaat het hier om een bank die deel uitmaakte van het Nederlandse depositogarantiestelsel, waardoor feitelijk alle Nederlandse banken betrokken raken. DNB moest dan ook voorzorgsmaatregelen nemen om de financiële stabiliteit en de goede werking van het betalingsverkeer te waarborgen.
Voor zover DNB en de directie informatie hebben verstrekt aan derden was dit uit noodzaak om hun wettelijke verplichting als toezichthouder te kunnen vervullen, stelt de officier van justitie. Er bestaat geen reden om aan te nemen dat (de directie van) DNB informatie heeft verstrekt aan de pers. Van opzettelijk schenden van het geheimhoudingsplicht is daarom geen sprake.
Alle betrokkenen zijn door het OM op de hoogte gesteld van de sepotbeslissing. De heer Scheringa kan tegen de beslissing in appel gaan bij het gerechtshof in Amsterdam via een artikel 12 Sv procedure.