zondag 29 juli 2012

Tuchtklacht tegen Deloitte wegens jaarrekening Vestia

SOBI heeft deze maand een tuchtklacht tegen Deloitte ingediend wegens goedkeuring van de jaarrekeningen 2008 en 2009 van Vestia. Door het verkopen van risicovolle rentederivaten was het eigen vermogen van Vestia eind 2008 negatief geworden. Om dat te maskeren zijn toen, met goedkeuring van Deloitte, de waarderingsgrondslagen gewijzigd: met ingang van 2008 waardeerde Vestia alle risico verhogende rentederivaten tegen kostprijs in plaats van tegen negatieve marktwaarde.
Vestia's kasbewaarder Marcel de Vries en voorzitter Erik Staal hadden niet alleen rentederivaten verkocht maar ook opties op rentederivaten, waarmee zij het lot van Vestia in handen van de banken legden.
Volgens het Financieel Statuut van Vestia mogen derivaten alleen gebruikt worden om renterisico's te verkleinen. Staal en De Vries overtraden het statuut op grote schaal. Deloitte heeft dit voor de Raad van Commissarissen en ander toezichthouders geheim gehouden. Mede als gevolg daarvan is Vestia ten onder gegaan.
Door de jaarrekening 2008 van Vestia goed te keuren heeft Deloitte volgens SOBI aan de ziekelijke groei van de derivatenhandel in de corporatie- en pensioenwereld bijgedragen. Door zijn ultieme wanprestatie heeft Deloitte bevorderd dat woningcorporaties en Nederlandse pensioenfondsen voor vele miljarden euro's zijn benadeeld door Nederlandse en buitenlandse banken.
SOBI is van mening dat Piet Klop uit het register van registeraccountants uitgeschreven moet worden.

SOBI klacht tegen KPMG accountant opgeschort

De Autoriteit Financiële Markten (AFM), die al jarenlang toegang heeft tot de accountantsdossiers van Vestia, heeft aan de Rechtbank Zwolle (Accountantskamer) aangekondigd dat ze binnen drie maanden na heden een tuchtklacht gaat indienen tegen KPMG accountant Noorlander wegens zijn tekortschietende controle bij de jaarrekening 2010 van Vestia.
Omdat SOBI drie maanden geleden al een tuchtklacht tegen Noorlander had ingediend en niemand twee keer voor hetzelfde feit vervolgd kan worden (ne bis in idem), kan de klacht van de AFM niet meer behandeld worden. De AFM heeft aan de Rechtbank gevraagd de behandeling van de SOBI-klacht op te schorten en de niet ingediende klacht van de AFM met voorrang te behandelen. De Rechtbank heeft in dit verzoek toegestemd en SOBI geschreven dat behandeling van de klacht voor onbepaalde tijd is opgeschort. Eerder had de Rechtbank nog bepaald dat de klacht van SOBI in de periode september-november behandeld zou worden. Door de rechtsweigering van de Rechtbank Zwolle zal de KPMG accountant naar verwachting van SOBI zeker een half jaar langer ongestraft kunnen blijven rondlopen, zegt SOBI.

woensdag 18 juli 2012

Chipshol claimt 9 miljoen euro schade bij provincie Noord-Holland

Gebiedsontwikkelaar Chipshol claimt 9 miljoen euro schade bij de provincie Noord-Holland. Die schade ontstond door de aanleg van de provinciale weg N201 over een deel van het Groenenberg-terrein (eigendom Chipshol) bij Schiphol. Bijna 6 hectare die de provincie nodig had voor de N201 is voor een veel te lage prijs onteigend omdat ten onrechte een bouwverbod voor het terrein was afgekondigd. Dat later ingetrokken verbod had een sterk waardedrukkend effect en leverde de provincie een miljoenenvoordeel op.
Bij het ontwikkelen van het Groenenberg-terrein (35 hectare) ondervindt Chipshol al jaren tegenwerking van Schiphol en alle betrokken overheden waaronder de provincie Noord-Holland. Terwijl projecten van vastgoedconcurrent Schiphol Real Estate (SRE) probleemloos van de grond komen, stuit Chipshol op stelselmatige tegenwerking. Recent werd Luchtverkeersleiding Nederland voor haar rol in de Groenenberg-affaire door de Hoge Raad veroordeeld tot schadevergoeding aan Chipshol.
Tijdens de vele procedures die Chipshol moest voeren werd in 2006 de zogenoemde 'Operatie Groenenberg-terrein' blootgelegd. Daaruit bleek dat de gemeente, de provincie Noord-Holland, Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland en Verkeer & Waterstaat stiekem hun bestuurlijke en juridische krachten bundelden om de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein te verhinderen. Na veroordelingen door Rechtbank en Hof trof de provincie in 2007 een minnelijke regeling met Chipshol. Die bestond uit het betalen van 12 mln euro en het toezeggen van constructieve planologische medewerking aan plannen van Chipshol.
De inkt van de overeenkomst was nog maar nauwelijks opgedroogd of de provincie viel terug in het oude patroon van tegenwerken en vertragen, stelt Chipshol-directeur Peter Poot: "De afspraak om constructief mee te werken bleek niets waard te zijn. Voor ons begon de narigheid opnieuw."
Volgens Chipshol heeft de provincie financieel voordeel gehad van het stelselmatig tegenwerken van het Groenenberg-terrein. Zo is bij het onteigening van een deel van dit terrein voor de aanleg van de N201 aan Chipshol een extreem lage vergoeding betaald. De provincie profiteerde daarbij ten onrechte van een eerder door minister Schultz van Haegen opgelegd en later juridisch gesneuveld bouwverbod. Daardoor betaalde de provincie vele miljoenen euro's te weinig aan Chipshol. In de dagvaarding wordt gesproken van ongerechtvaardigde verrijking en een onrechtmatige daad. Chipshol vraagt de rechtbank om de provincie te veroordelen tot het betalen van 9 miljoen euro schadevergoeding