De Accountantskamer heeft meer tijd nodig om een uitspraak te doen over de tuchtklacht die voorzitter Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) in mei 2017 indiende tegen accountant M. De Kimpe van Ernst & Young (EY). De Accountantskamer hoopte 5 januari een uitspraak te doen, maar die schuift maximaal 15 weken op. Volgens Lakeman heeft de EY-accountant in de Facultatieve-affaire ‘onware verklaringen’ bij twee door EY goedgekeurde jaarrekeningen afgelegd. De SOBI-voorzitter heeft gezien de zwaarte van de zaak begrip voor het uitstel.
Lakeman stelde in het voorjaar van 2017 dat toenmalig VVD-voorzitter Henry Keizer c.s. het eigen vermogen van de verkochte Facultatieve-onderneming en ook dat van de kopende onderneming veel te laag had vastgesteld. Daardoor werd aan de opvallend lage verkoopprijs ‘een schijn van redelijkheid’ gegeven. EY had de jaarrekeningen volgens Lakeman niet goed mogen keuren. De SOBI-voorzitter meende dat de verkoop van de Facultatieve aan onder anderen VVD-voorzitter Henry Keizer door EY ten onrechte niet bij de Financial Intelligence Unit was gemeld.
De bewering van EY dat de jaarrekeningen 2012 van de verkochte en van de kopende onderneming een getrouw beeld gaven van de grootte van het vermogen was volgens Lakeman onwaar. Hij nam het EY ook kwalijk dat de verdachte transactie niet gemeld werd bij de Financial Intelligence Unit van de overheid en vroeg daarom de Accountantskamer om EY-accountant De Kimpe te schorsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten