Als het Openbaar Ministerie niet binnen 30 dagen besluit voorzitter Henry Keizer van De Facultatieve te vervolgen, begint voorzitter Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie SOBI een artikel 12 procedure bij het Gerechtshof. Lakeman deed al op 16 mei 2017 aangifte wegens oplichting tegen Keizer. Het OM legde onlangs voor 20 miljoen euro beslag bij Keizer, maar heeft na 14 maanden nog niet besloten of tot vervolging wordt overgegaan.
De in mei 2017 ingediende strafklacht van SOBI betrof vijf personen die in 2012 bestuurder van de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie waren en vier bestuursleden van de BV Beheermaatschappij ‘de Facultatieve’ onder wie voormalig VVD-voorzitter Henry Keizer. Volgens Lakeman werd met een warnet van verdichtselen voor het zittende management de weg geëffend om de Facultatieve tegen een uitzonderlijk lage prijs te kopen. Daardoor is de Vereniging voor vele tientallen miljoenen euro’s benadeeld.
Na het doen van de aangifte werd de SOBI-voorzitter in een brief d.d. 22 mei 2017 door het Parket Den Haag gemeld dat de zaak ter afhandeling was doorgezonden naar het Functioneel Parket in Amsterdam. In de afgelopen 14 maanden hoorde Lakeman daar niets meer van. In een brief aan hoofdofficier Bloos van het Functioneel Parket Amsterdam stelt Lakeman dat ‘wanneer er serieus onderzoek wordt verricht de afgelopen veertien maanden voldoende zouden moeten zijn om tot een verantwoorde vervolgingsbeslissing te kunnen komen’.
De SOBI-voorzitter vraagt de hoofdofficier om binnen 30 dagen te laten weten dat tot vervolging wordt overgegaan. Wanneer die bevestiging niet komt, zal Lakeman het Gerechtshof in een zogenoemde artikel 12 procedure vragen het OM te dwingen alsnog tot vervolging over te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten